De stress van kiezen: Waarom ik blijf dromen van vrijheid, maar bang ben om te vliegen
De afgelopen week voelde ik stress.
Niet van targets of deadlines, maar van twijfel.
Ik solliciteerde naar een nieuwe baan — terwijl ik eigenlijk best goed zit. Een goed salaris, fijne collega’s, stabiliteit.
En toch voelde ik onrust.
Die onrust kwam niet door die nieuwe functie,
maar door wat eronder lag:
een verlangen naar iets wat meer van míj is.
De valkuil van beweging
Ik herken het patroon.
Steeds als ik voel dat iets niet klopt, zoek ik beweging.
Een nieuw idee, een nieuwe baan, een nieuwe uitdaging.
Het voelt even alsof er lucht komt,
maar diep vanbinnen weet ik: dit is niet de oplossing.
Ik noem het productieve vluchtgedrag —
je blijft druk bezig om niet te hoeven voelen dat je vastzit.
Want wat ik eigenlijk wil, is niet méér werk.
Ik wil betekenis.
Ik wil iets bouwen dat echt van mij is, iets dat blijft, iets waarin ik mezelf herken.
Maar dan komt de angst.
De vliegangst van de dromer
Ik heb altijd veel ideeën gehad — misschien herken jij dat ook.
Je hebt een hoofd vol plannen, schetsen, strategieën.
Maar ergens onderweg verlies je energie, focus, tijd.
Ik noem het vliegangst.
Je weet dat je wilt opstijgen,
maar zodra het toestel beweegt, grijpt je brein naar de noodrem.
“Wat als ik crash? Wat als ik te laat ben? Wat als ik niet goed genoeg ben?”
En dan is het maandag.
De werkweek begint.
De dromen verdwijnen weer naar de achtergrond.
Tot het weekend, waar je opnieuw tijd probeert te vinden om op adem te komen —
niet om te bouwen.
De paradox van rust
Wat ik langzaam begin te begrijpen, is dit:
rust ontstaat niet door minder te doen,
maar door het juiste te doen.
De echte rust zit niet in ontspanning, maar in richting.
In het gevoel dat wat je doet, klopt met wie je bent.
Dus in plaats van een nieuwe baan te zoeken,
moet ik misschien ruimte maken om trouw te blijven aan wat ik eigenlijk wil bouwen.
Niet door radicaal te stoppen met mijn werk,
maar door ritme te creëren in mijn week — kleine momenten waarin ik bouw aan mijn eigen pad.
“Wat als ik crash? Wat als ik te laat ben? Wat als ik niet goed genoeg ben?”
Stephan Schrier
Hoe ik richting probeer te vinden
Ik heb geen magische formule, maar ik zie drie ankers die mij helpen:
1. Eén idee kiezen
Niet het beste idee, maar het meest waarachtige.
Het idee dat het dichtst bij mijn hart ligt, ook al lijkt het onpraktisch.
2. Eén moment per week bouwen
Zaterdagochtend. Laptop open, telefoon weg.
Eén uur werken aan mijn toekomst, niet die van mijn werkgever.
3. Eén richting vasthouden
Niet wegrennen naar nieuwigheid, maar blijven bij mijn pad.
Rust komt van herhaling, niet van afleiding.
“Rust ontstaat niet door minder te doen, maar door het juiste te doen.”
Stephan Schrier
De keuze die ik echt moet maken
De stress van deze week was geen teken dat ik verkeerd bezig ben.
Het was een herinnering dat ik klaar ben om eerlijker te leven.
Dat ik niet méér zekerheid nodig heb, maar meer vertrouwen.
Niet meer plannen, maar meer ritme.
Misschien is dat wat vrijheid werkelijk betekent:
de moed om stil te blijven staan bij de juiste keuze —
ook als alles in je zegt dat je verder moet rennen.

